aangaan

aangaan
{{aangaan}}{{/term}}
I 〈onovergankelijk werkwoord〉
[gaan in de richting van] go (towards)head (for/towards)
[een bezoek brengen] call in
[in werking treden] go on〈verwarming/licht ook〉 switch on, light 〈vuur, lucifer〉
[horen] 〈zie voorbeelden 4
[plantkunde] take (root)root
voorbeelden:
1   achter iemand/iets aangaan 〈letterlijk〉 chase someone/something (up); 〈figuurlijk〉 go after someone, go for something
     op huis aangaan head for home
2   bij een vriend aangaan call in at a friend's (house), drop in on a friend
4   het gaat niet aan dat … it won't do to …
5   de stekjes gaan goed aan the cuttings are taking well
II 〈overgankelijk werkwoord〉
[beginnen met] enter into〈schulden/huwelijk ook〉 contract
[betreffen] concern
[ter harte gaan] concernmatter
voorbeelden:
1   〈politiek〉 een coalitie aangaan met … enter into a coalition with …
     een lening aangaan contract a loan
2   dat gaat hem niets aan that's none of his business
     voor allen die het aangaat to whom it may concern
     wat mij aangaat as far as I'm concerned
3   wat gaat mij dat aan? what has that got to do with me?

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать реферат

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”